Commissie Welstand (Deel 2)

“Oh, zijn jullie pas één keer afgekeurd?” Vrienden hoorden lachend ons geklaag aan. “Bij ons staat de teller al op zeven.”


Inmiddels was de aannemer waarmee we in gesprek waren duidelijk. Hij kon onze verbouwing alleen in zijn agenda zetten, als we een bouwvergunning hadden. Het was de eerste keer dat we merkten dat alles in de bouw met elkaar samenhangt. Eén haperend tandwiel is voldoende voor stilstand.


Inmiddels had de architect het ontwerp aangepast. We hadden concessies gedaan aan het uiterlijk, maar niet aan de materiaalkeuzes. Een biobased aanbouw moest mogelijk zijn. Ook in deze gemeente.

Schetsontwerp ten behoeve van de Welstandsvergadering, inclusief toevoeging oorspronkelijke raamverdeling.

De tweede vergadering duurde zo mogelijk nog korter dan de eerste. Ook dit ontwerp was nog steeds te afwijkend. En hoewel de commissie nog steeds zeer waardeerde dat we groen wilden verbouwen, kon dat geen invloed hebben op de toetsingscriteria.


Ik benoemde de cirkel waar we nu in terecht waren gekomen.


1. De commissie vindt biobased bouwen best belangrijk

2. Het principe van biobased bouwen heeft gevolgen voor de materiaalkeuzes

3. Hierdoor ziet het gebouw er anders uit (geen baksteen)

4. En dat is dan te afwijkend van de bestaande bouw, dus kan de commissie dat niet goedkeuren


De commissie vond het een treffende samenvatting van de situatie waar we in beland waren. “De architect moet dit oplossen. Daar heeft u een architect voor.” Hout mocht heus wel, maar de aanbouw mocht niet te dominant worden. “En dat is nu door het materiaal wel het geval. Misschien kunt u iets aan de vorm doen?”


De vorm. We moesten ons buigen over de vorm.


« Terug naar blogberichten
Laden...
Terug naar boven